VVV - DGT_color

Ventilatieverbod binnenvaart in CDNI-landen is een feit

Wanneer een tankschip haar lading gelost heeft, blijven er onvermijdelijk restdampen van het product achter in de ladingtanks en laad- en losleidingen. Aangezien schepen niet altijd dedicated of compatible transporten uitvoeren en restdampen van volatile organic compounds (VOC’s) de nieuwe lading kunnen verontreinigen, werden dergelijke schepen in het verleden vaak ontgast naar de atmosfeer op plaatsen waar dat volgens het ADN (7.2.3.7) en de wet toegelaten was, om daarna in de ontgaste tanks in alle veiligheid een nieuwe lading te kunnen laden. Dat (varend) ontgassen hield vaak ernstige risico’s in voor mens, milieu en infrastructuur omwille van de brandbare en carcinogene aard van de vrijgekomen stoffen. Daarom gingen de voorbije jaren steeds meer stemmen op om ontgassen naar de atmosfeer in zijn geheel te verbieden en ontgassen naar een daartoe voorziene ontvangstinrichting verplicht te maken.

De correcte verwerking van binnenvaartafval valt in België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Zwitserland sinds 1 november 2009 onder het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). In juni 2017 heeft de Conferentie der Verdragsluitende Partijen (CVP) een besluit aangenomen tot wijziging van (de Uitvoeringsregeling van) het CDNI, waarbij ook de uitstoot van schadelijke dampen onder de scope van het verdrag werd gebracht. Nu Zwitserland op 23 april 2024 als zesde en laatste verdragsluitende partij de ratificatieoorkonde heeft neergelegd, wordt het herziene CDNI-verdrag Deel B vanaf 1 oktober 2024 binnen de CDNI-staten van kracht.

Het betreft een verbod in drie fasen:

  • Fase 1: vanaf oktober 2024 zal het verboden zijn om de stoffen uit Tabel 1 (UN 1114, UN 1203, UN 1268 en UN 3475), te ontgassen naar de atmosfeer.
  • Fase 2: vanaf twee jaar na de inwerkingtreding van het verbod volgen dan de stoffen uit Tabel 2 (UN 1267*, UN 1993* en UN 3295*).
  • Fase 3: vanaf drie jaar na de inwerkingtreding van het verbod en afhankelijk van de resultaten van een tussentijdse evaluatie, komen daar ook de stoffen uit Tabel 3 (UN 1090, UN 1145, UN 1170, UN 1179, UN 1216, UN 1230, UN 1267, UN 1993, UN 2398, UN 3257, UN 3295, en stofnummers 9001 en 9003) bij.

*: met meer dan 10% benzeen.

Nederland is daarbij net iets meer vooruitstrevend – daar gaat Fase 1 reeds vanaf 1 juli 2024 in voege. Naar verwachting zal Fase 2 snel volgen.

Concreet mogen gasvormige ladingsrestanten van de bovenvermelde stoffen dan niet langer naar de atmosfeer uitgestoten worden en dienen deze restanten op correcte wijze naar een ontvangstinrichting verwijderd te worden wanneer zij niet via dampretour aan een tank aan de wal kunnen afgegeven worden.

Met dit totaalverbod binnen de CDNI-staten via geharmoniseerde regelgeving op internationaal niveau is wederom een nieuwe stap gezet naar een (nog) milieuvriendelijkere en duurzamere binnenvaart.

Laatste Nieuws

Categorieën

Vervoer van Lithium batterijen

De voorschriften van de ADR met betrekking tot het transport van lithiumbatterijen vormen geen onoverkomelijk obstakel, maar kunnen wel voor enige uitdagingen in de praktijk zorgen.

Aanvraag offerte

Vraag hieronder een offerte aan voor bedrijfsopleidingen op maat of voor een externe veiligheidsadviseur. Wij behandelen deze zo spoedig mogelijk.